Aan de taak ‘begeleiden bij trainingen’ is voldaan als het bij de deeltaken aangegeven resultaat is behaald.
Binnen deze taak voer je de volgende taakonderdelen uit:
1. Begeleidt sporters bij trainingen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
De begeleiding sluit aan bij de sporters.
De begeleiding ondersteunt een positief leerklimaat.
De sociale en fysieke veiligheid is geborgd.
2. Voert trainingen uit
De resultaten van deze deeltaak zijn:
De training is in samenspraak met de trainer-coach afgestemd op de sporters.
3. Legt techniek en trainingsvormen uit
De resultaten van deze deeltaak zijn:
De oefening wordt begrepen door de sporters.
De sporters beleven en leren.
4. Evalueert trainingen en reflecteert op eigen handelen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
De evaluatie is gericht op het proces en resultaat van de training.
De zelfreflectie leidt tot inzicht in de eigen bekwaamheden en
ontwikkelpunten bij het begeleiden van lessen
Of je je taak goed hebt gedaan, wordt beoordeeld aan de hand van de aandachtspunten. Ze staan in het protocol onder 2.8 en 2.11 vermeld.