Aan de taak begeleiden bij wedstrijden is voldaan als bij de deeltaken het aangegeven resultaat is behaald.
Binnen deze taak voer je de volgende taakonderdelen uit. Per onderdeel staat het verwachte resultaat vermeld:
1. Begeleidt sporters bij wedstrijden
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De begeleiding sluit aan bij de sporters.
- De hygiëneregels zijn nageleefd.
- De omgang is sportief en respectvol.
- De sporters zijn klaar voor de wedstrijd,
- Het materiaal staat klaar voor de wedstrijd.
2. Bereidt vaardigheidstoetsen voor
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De sporters zijn klaar voor de wedstrijd.
- Het materiaal staat klaar voor de wedstrijd.
3. Geeft aanwijzingen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De aanwijzingen zijn passend bij de aard en de regels van de wedstrijd.
- De aanwijzingen zijn afgestemd op het niveau en de beleving van de sporters.
- De aanwijzingen dragen bij aan de ontwikkeling van de sporters en het positieve verloop van de wedstrijd.
4. Evalueert vaardigheidstoetsen en reflecteert over eigen handelen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De wedstrijdevaluatie is gericht op wat goed ging en wat beter kan.
- De zelfreflectie leidt tot inzicht in de eigen bekwaamheden en ontwikkelpunten bij het begeleiden van vaardigheidstoetsen.