Inhalt
Jouw vereniging en alle mensen die niet kunnen zwemmen, hebben je hard nodig. Heel veel activiteiten van verenigingen zijn afhankelijke van vrijwilligers. Als je van zwemmen houdt en zelf het ABC diploma hebt, kan je trainer worden. Je geeft training in één van de zwemsporten: wedstrijdzwemmen, waterpolo, lifesaving of vinzwemmen. Je leert kinderen, jongeren en volwassenen om technisch goed te zwemmen en hun sport serieus te bedrijven. Jij zorgt dat de deelnemers het zo leuk vinden dat ze blijven zwemmen. Dat 'blijven zwemmen' is een groot probleem. De waterverenigingen verliezen veel leden. Zowel kinderen, jongeren, als jongvolwassenen:
- Als ze naar het middelbaar onderwijs gaan,
- Naar hoger onderwijs overstappen,
- Gaan werken,
- Op het moment dat vrienden afhaken,
- Kinderen krijgen,
- Ontdekken dat ze niet meer beter worden,
- Door anderen worden vooruit gestreefd.
Lang niet alle leden van een vereniging zijn primair op prestaties gericht. Ze komen bijvoorbeeld voor de gezelligheid, de contacten met gelijkgezinden en de uitstapjes naar wedstrijden. Om zowel de meer op de sport gerichte mensen als de anderen het naar hun zin te maken, zijn veel kader leden nodig. Vooral jongeren die bereid zijn training te geven of official te zijn. Als MDT’er kan jij daarvoor worden opgeleid en kan je tegelijkertijd bij jouw club aan de slag. Je moet ouder zijn dan 16 jaar. Je wordt door ExpeditieRED opgeleid tot trainer 2. Als je KNZB lid bent, kan dat via de KNZB. Ben je nog geen lid dan maken wij jou lid van de KNZB. Je krijgt een officieel KNZB-trainer diploma dat door NOC*NSF is erkent op niveau MBO 2.
Je leert vooral:
- hoe je moet omgaan met groepen en met individuen in groepen,
- hoe je een veilige omgeving creëert,
- hoe je met plezier training kan geven,
- hoe je technieken uit jouw sport aanleert aan kinderen en jongeren,
- hoe je trainingsprogramma’s uitvoert,
- hoe je ervoor zorgt dat de deelnemers plezier en voldoening hebben in wat ze doen.
We doen dat op verschillende manieren met spel, instructie en andere uitdagingen om het voor kinderen leuker te maken.
Een maatschappelijk diensttijd traject loopt maximaal 6 maanden. In die periode geef je ca 45 uur training in het bad en. Daarnaast word je 35 uur opgeleid. In totaal ben je 80 uur actief bezig in die 6 maanden.
Aan welke groep jij training geeft, hangt af van jouw keuze. Je kan training geven aan:
- kinderen in de basisschool leeftijd,
- junioren,
- senioren.
Je wordt in je keuzes begeleid en dat geldt ook in het gehele traject erna. Wat je gaat doen, spreek je af met jouw coördinator van ExpeditieRED.
Natuurlijk werken we samen met jouw vereniging. Want het moet ook in hun straatje passen. Bij elke vereniging kijken we samen wat de vereniging nodig heeft en wil. We spreken ook af wie jou kan begeleiden en zorgen dat jij je op jouw plek voelt.
Om goed te kunnen samenwerken met verenigingen, is ExpeditieRED beperkt tot Zuidwest Nederland. Als je geen lid bent van een vereniging en weinig zwemervaring hebt, kan je beter begeleider worden ( zie playlist ‘begeleider’).
Aktivitäten zu Fertigstellung
Schließe die folgenden Aktivitäten ab und erhalte Open Badge, um deinen Playlist- Fortschritt zu fördern
Inhalt
Het is voor de sporters van groot belang dat de wedstrijd ordelijk en goed verloopt en dat alles klaarligt en sporters op tijd zijn voor de start. Jij vervult daar een belangrijke rol in door ervoor te zorgen dat sporters hun races zo goed mogelijk doen. Daarom maak je met hen afspraken over wat je van hen verwacht en wat zij mogen verwachten van jou. Je volgt de races, zodat je gerichte feedback kan geven. Ook zorg je dat de deelnemers niet zenuwachtiger zijn dan nodig. Je stelt ze gerust en zegt dat ze het kunnen.
Erhalte einen Badge für diese Aktivität
Je maakt een verslag van een wedstrijd waarbij je alle punten uit het protocol behandeld.
Aufgaben
Augestellt durch die Organisatoren oder mittels QR Code
Aan de taak begeleiden bij wedstrijden is voldaan als de in het protocol beschreven deeltaken zijn behaald met de aangegeven resultaten.
Binnen deze taak voer je de volgende taakonderdelen uit. Per onderdeel staat eerst het resultaat vermeld:
1. Begeleidt sporters bij wedstrijden
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De begeleiding sluit aan bij sporters.
- De hygiëneregels zijn nageleefd.
- De omgang is sportief en respectvol.
- De sporters zijn klaar voor de wedstrijd
- Het materiaal staat klaar voor de wedstrijd
Aandachtspunten daarbij zijn:
- Luistert naar de sporters
- Spreekt sporters aan op (sport)gedrag.
- Bewaakt (en ziet toe op) hygiëne en verzorging (conform geldende normen en richtlijnen).
- Zorgt dat alle sporters zich aan de regels houden
- Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen.
- Vertoont voorbeeldgedrag op en rond de sport-locatie
2. Bereidt wedstrijden voor.
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De sporters zijn klaar voor de wedstrijd.
- Het materiaal staat klaar voor de wedstrijd.
Aandachtspunten daarbij zijn:
- Zorgt ervoor dat de sporters op tijd aanwezig zijn op de gewenste plek.
- Komt afspraken na.
- Stelt sporters voor de wedstrijd op
- Zorgt dat het materiaal in orde is.
- Verzorgt reglementaire zaken.
3. Geeft aanwijzingen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De aanwijzingen zijn passend bij de aard en de regels van de wedstrijd.
- De aanwijzingen zijn afgestemd op het niveau en de beleving van de sporters.
- De aanwijzingen dragen bij aan de ontwikkeling van de sporters en het positieve verloop van de wedstrijd.
Aandachtspunten daarbij zijn:
- Geeft sporters aanwijzingen met betrekking tot de wedstrijd.
- Coacht positief.
- Legt uit en past relevante regels toe.
- Zorgt dat sporters zich aan de regels houden.
- Vangt sporters na afloop van de vaardigheidstoets op.
4. Evalueert wedstrijden en reflecteert over eigen handelen
De resultaten van deze deeltaak zijn:
- De evaluatie is gericht op wat goed ging en wat beter kan.
- De zelfreflectie leidt tot inzicht in de eigen bekwaamheden en ontwikkelpunten bij het begeleiden van vaardigheidstoetsen.
Aandachtspunten daarbij zijn:
- Evalueert samen met de sporters de wedstrijd.
- Reflecteert op eigen handelen