Teave
De eerste wat je als trainer moet doen als je training wil geven, is het creëren en handhaven van een veilige omgeving voor de sporters. Daarbij gaat het om verschillende zaken, die voor de sporters van belang zijn. In playlist 1 heb je al 4 certificaten behaald voor een aantal belangrijke onderdelen bij de e-learning ‘Éen beetje opvoeder’. Ook is in deze playlist in de voorgaande thema's aandacht besteed aan:
1.1 fysieke veiligheid
1.2 sportiviteit en respect
1.3 pesten
1.4 discriminatie
1.5 seksuele intimidatie
Als trainer-coach 2 zorg jij dat de omgeving veilig is voor de mensen die jou zijn toevertrouwd. Pas als de omgeving veilig is kunnen sporters leren, plezier hebben en samen actief en leuk bezig zijn, een team worden en voldoening halen uit hun sport omdat ze eruit halen wat voor hen belangrijk is.
Natuurlijk zijn al deze onderwerpen ook van belang bij de andere taken van een trainer 2 zoals het begeleiden bij wedstrijden, het afnemen van vaardigheidstoetsen en het assisteren bij evenementen van de vereniging.
Het training geven zelf vraagt om inzicht in de sport en de zwemtechnische vaardigheden die moeten worden geleerd. Op die onderwerpen is dieper ingegaan in het thema zwemtechnische vaardigheden(1.6). Elke trainer in opleiding moet uit de 12 badges minimaal 4 badges behalen.
In thema 1.7 'Drie trainingen geven' kan je 3 badges behalen voor:
- Kennis over organiseren van trainingen,
- Aanpassen en wijzigen van trainingsschema's.
- 3 trainingen aanpassen, geven en evalueren.
Als je al deze zaken hebt afgerond, heb je de badge