Inhalt
Als er iets gebeurt, grijp je gelijk in. Maar je moet wel je verstand gebruiken en je afvragen wat je het beste eerst kan doen of hoe je anderen inschakelt voor taken die jezelf niet allemaal tegelijk kan doen. Jij moet het overzicht houden en de leiding nemen.
Je weet hoe je hulpdiensten inschakelt en van informatie voorziet. Je weet hoe je een slachtoffer naar een veiligere plek brengt als dat nodig is of hoe je derden op afstand houdt. Je weet hoe je moet handelen met slachtoffers, die bij bewustzijn zijn en in paniek kunnen raken. Je zorgt er voor dat het letsel niet erger wordt dan nodig. Je herkent onderkoeling en weet hoe je dan moet handelen.
Als iemand buiten bewustzijn is moet je kunnen vaststellen of die persoon nog leeft. Je controleert de ademhaling en bloedsomloop en start een reanimatie als dat nodig is. Je schakelt hulpdiensten in en je zorgt dat omstanders afstand houden, niet in paniek raken en zo nodig helpen.
Erhalte einen Badge für diese Aktivität
Als je deze badge hebt behaald, weet je hoe je adequaat moet handelen in nood situaties op de kant. Je weet wat en wanneer je de volgende activiteiten moet doen:
1. Iemand, die ademt en hartslag heeft in een stabiele zijligging leggen
2. Iemand die niet ademt en geen hartslag heeft, reanimeren
2. Een AED gebruiken
3. Maatregelen nemen tegen (ernstige) onderkoeling
Je zorgt ervoor dat de toestand van het slachtoffer niet verergerd.
Aufgaben
Augestellt durch die Organisatoren oder mittels QR Code
Volgen van de module en 'droog' oefenen.